MYRDDIN, MONSTRUOS Y DUENDES VOLUME II - LONGHIN

Longhin’ is het tweede deel in een reeks van vier tegelijk opgenomen, genaamd ‘Monstruos Y Duendes‘, project van gitarist Myrddin De Cauter. ‘Longhin’ sluit dan ook nauw aan bij eersteling ‘Myfyrio’. Alle stukken kwamen tot stand tijdens een lange incubatieperiode, waarna ze in de Eureka Discos studio in Cordoba, Andalusië, Spanje, zowat in het hart van de flamenco, in één geut tot stand kwamen. Bij de release van ‘Myfyrio’, in het voorjaar, in tempore virale non suspecto, schreven we een uitgebreid stuk over het project, maar omdat de uitgangspunten helemaal dezelfde zijn, parafraseren, herformuleren en vullen we aan waar nodig.

Tocaor Myrddin ademt flamenco. Hij beheerst namelijk alle facetten van de compάs, zowat het belangrijkste begrip in de flamenco. Je kan compάs vertalen als ‘ritme’, maar zoals zo vaak in flamenco bepaalt de context de precieze betekenis en die kan gaan tot ‘de specifieke ritmische structuur van een (bepaalde) flamencovorm’ (volgens flamencogitarist Dennis Koster) We vergapen ons al jaren collectief op het duizelingwekkende technische kunnen van Myrddin, de zoon van Koen De Cauter, en niet opgegroeid in het diepe Spaanse zuiden, maar Myrddin bewijst onomstotelijk dat grote flamenco artiesten niet noodzakelijk (meer) uit Spanje komen.

Bij Myrddin denk je inderdaad aan flitsende, zeg maar buitenaardse virtuositeit. Die staat echter volkomen in functie van het muzikale. Techniek helpt hem daarbij als middel dat het doel heiligt. Dat vanzelfsprekend moeizaam opgebouwde technische meesterschap stelt hem in staat om dieper in te gaan op wat echt belangrijk is, op wat hij wil vertellen. Alles in die vertelling is emotie, passie, het ‘tener duende’, de ‘verhoogde staat van gevoel, expressie en authenticiteit’: de titel van het vierluik verwijst ernaar. Het is een monstruo, een monster, soms ongrijpbaar, soms afzichtelijk, soms dociel, getemd en wondermooi. Zoals Federico Garcia Lorca zei, vrij vertaald: ‘De duende is een kracht, geen werk, het is een strijd, geen gedachte. Ze zit niet in de keel maar klimt op vanuit je zolen… Het is geen kwestie van kunde, maar van een levenshouding, (…) van spontane schepping’. Flamenco zorgt in ‘Monstruos Y Duendes’ dus voor een soliede muzikale basis. Maar er zitten nog andere referenties in Myrddins benadering, invloeden die hij organisch verwerkte heeft. Zelf denkt hij aan jazz en klassieke muziek.

Opnieuw zeven nummers op ‘Monstruos Y Duendes Vol. 2 - Longhin’ maar ‘composities’ omschrijft niet exact het wordingsproces. Myrddin ‘componeert’ niet zoals men zich dat doorgaans voorstelt. Hij ‘vindt’ de nummers, zonder te weten waar ze vandaan komen, een proces dat hij beschouwt als vol magie, mysterie en poëzie... Zo’n modus operandi is onmogelijk te ‘plannen’ of op te roepen als en wanneer hij het ‘nodig’ heeft. Zo werkt het niet. Die zoektocht is dus per definitie een werk van lange adem. Myrddin ervoer ‘Monstruos y Duendes’ als een speciale onderneming. ‘Monstruos y duendes’ samengenomen verwijst mogelijk naar de oorsprong van duende, nl. ‘duen de casa’, ‘meester des huizes’, de figuur van de elf of trol in de Latijns-Amerikaanse folklore, een beetje zoals de Penaten, de huisgoden van de Romeinen, dus ook een monster… Niets is toevallig.

Ze kwam tot stand volgens wat we het ‘crouching tiger’ principe zouden noemen, reculer pour mieux sauter, lang voorbereiden om des te krachtiger af te ronden. Op een zeker ogenblik heeft hij alles wat hij ‘gevonden’ had, meegenomen naar die studio in Córdoba, Andalusië, en heeft het daar opgenomen, ruim voldoende voor vier cd’s. Dat Myrddin ook het art work deed (broer Waso De Cauter zorgde voor de lay-out) is bewijs dat ‘Monstros y Duendes’ een alomvattend project is, uitgebreider dan louter muzikaal. De krachtlijnen die zich aandienden bij ‘Myfyrio’ tekenen zich ook af bij ‘Longhin’. Myrddin legt subtiel de link naar de natuur: via de fraaie drypoint hoestekeningen.

De stilte, zo belangrijk in muziekstijlen als jazz en klassiek, heeft hier haar rechten, in contrast met de virtuoze passages, een contrast dat het effect van beide versterkt, zoet en zuur, suiker en zout. Ook nu zeggen we bewust weinig over de zeven stukken (al zijn de titels intrigerend), omdat we het geheel ook eerder emotief ondergaan, eerder dan diep in te gaan op methodes en structuren. De voorgaande redenering geeft al aan dat je deze cd moet beleven, niet technisch analyseren, waar we de kennis van zaken trouwens niet voor bezitten. En beleven moet je dit: als background werken ‘Myfyrio’ en ‘Longhin’ niet, en wellicht ook niet de komende twee volumes.

Een goed aanknopingspunt voor beluistering lijkt ons ‘Renato’ te zijn, dat komt na het puntige, relatief compacte openende titelnummer ‘Longhin’. ‘Renato’ neemt de vorm aan van een suite, met constant wisselende taferelen. Afspraak over zes maanden bij Volume III?

Antoine Légat.

 

 

 

Artiest info
Website  
 

label: Zephyrus Records

video